In de kamer van Gerard Janssen (77) staat zijn zoon op het punt te vertrekken, hij gaat weer verder met zijn werkdag. "Weet je wel zeker dat je nu weg wil gaan? Misschien kom je wel dingen van mij te weten die je nog nooit gehoord hebt", zegt Gerard lachend. Op zijn nachtkastje staat een flesje morfine. Daarnaast ligt de bijbel. Gerard Janssen is lid van de Pinkstergemeente in Eindhoven. Hij heeft darmkanker die is uitgezaaid naar de lever.

"Ik wilde geen chemokuren meer, dat wist ik zeker. Ik heb twee keer eerder kanker gehad: huidkanker en Hodgkin. Nu zit het in mijn darmen en lever. Na de tweede keer hebben we gezegd: als het terugkomt dan geen behandelingen meer. Ik was zo moe gebleven van die eerste chemokuren. Als ik opstond was ik al moe, dan moest ik mezelf nog de hele dag doorslepen. Ik heb dat vijf jaar gedaan. Als daar nog een chemokuur overheen zou komen zou ik niks meer kunnen, dat wilde ik niet. Bovendien was de kans op herstel maar twintig procent. Nadat je hebt besloten dat je niet meer behandeld wil worden, weet je dat het afgelopen is.

Afscheid

Weet je wat raar is? Dat afscheid nemen van je familie makkelijker is dan afscheid nemen van vrienden en kennissen. Dat komt omdat afscheid nemen van je familie niet definitief voelt. Mijn vrouw en kinderen zijn hier iedere dag, tegen hen zeg ik: tot morgen. Maar afgelopen week was mijn handboogvereniging hier met vier man. Dan neem ik dus echt afscheid voor altijd. Die zie ik niet meer. En vanmiddag komt mijn kleindochter afscheid nemen. Zij gaat naar Curaçao voor stage. Dan weet je dus ook: dit is écht het afscheid. Ik wil ook niet dat ze terugkomt voor mijn begrafenis. Dan mist ze een hoop lessen en moet ze dat allemaal weer gaan inhalen. Ik zie haar daarboven wel weer.

Niet dat het niet moeilijk is hoor! Afscheid nemen doet zeer. En doodgaan blijft een strijd. Ik wil op geen enkele manier de suggestie wekken dat doodgaan iets is wat je wel even doet. Want het blijft een strijd. Je moet er doorheen. Je hebt geen keuze. Het enige waar je voor kunt kiezen is proberen er doorheen te gaan op een rustige en vredige manier. Die rust heb ik gevonden. Wat helpt is dat wij geloven in een eeuwig leven. Het is hier dan wel afgelopen, maar het gaat ergens anders verder. Daar geloof ik echt in.

Overwinning

Ik ben nu 33 jaar lid van de Pinkstergemeente. Sindsdien zit het geloof in mijn hart. Het mooie van onze gemeenschap is dat wij preken over een onderwerp wat op dat moment relevant is. Als ik nu zou preken zou ik het hebben over wat ik de laatste weken heb meegemaakt. Daar hebben de mensen iets aan. Het zou gaan over de strijd die het leven is. Tot het einde toe. En de liefde die bij mij altijd op nummer één staat. Liefde voor mijn gezin, voor mijn vrouw, voor mijn kinderen, voor de gemeente. Liefde is zo ontzettend belangrijk. Dat wil ik overbrengen. En dat ondanks de strijd de overwinning komt. Op elk moment in het leven.

Voor mij is die overwinning het moment dat God mij komt halen. Iedere avond denk ik: ik hoop dat het vannacht gebeurt. De gedachte aan de overwinning geeft mij rust. Als ik maar geen pijn hoeft te lijden en rust heb, dan is het goed. Die rust vind ik hier in het hospice. Het flesje morfine staat naast mijn bed, dat werkt psychologisch. Ik gebruik het niet vaak, maar het idee dat ik er altijd bij kan maakt mij rustig. En de omgeving hier, die straalt ook rust uit. Vanmorgen ben ik nog even buiten geweest. Even naar de ganzen, de vissen voeren, heerlijk. Een halfuurtje, langer dan dat daar heb ik de kracht niet voor. Wel de zin, maar niet de kracht. Overigens heb je hier veel grindpaden waar de rolstoelen maar moeilijk overheen komen. Een paar goede rolstoelen met grote wielen, dat zou echt een aanwinst zijn voor deze plek. Tijdens mijn begrafenis gaan we de mensen vragen geld te doneren voor het hospice. En het zou geweldig zijn als ze daar dan een paar nieuwe rolstoelen van kunnen kopen.

Vrijheid

Het is heel fijn dat er hospices zijn. Ze móeten er zijn. Voor mensen zoals ik, voor mensen die langzaam doodgaan. Er is geen betere gelegenheid. In ziekenhuizen willen ze ons niet, en thuis is het veel te belastend. Hier is de verzorging er altijd. Je hoeft geen rekening te houden met het tijdstip waarop ze komen, zoals bij de ZuidZorg het geval is. Dat is ook prima verzorging hoor, maar dan ben je wel je vrijheid kwijt. Hier kun je de dag indelen zoals je zelf wilt. Het voelt als thuis. Mijn vrouw zit hier zelfs met de voeten op tafel, dat mag ze thuis niet, maar hier doet ze het gewoon.

Ik krijg hier alles wat ik vraag. En als ze het niet hebben gaan ze het halen. Zo wil ik graag gebakken lever met zout eten, dat brengt één van de verplegers dan voor mij mee. Vanavond gaan ze het voor me klaarmaken, heerlijk toch? Ze doen hun stinkende best, maar je merkt dat ze zwaar belast zijn. In het weekend zijn ze maar met een paar mensen. Dan had ik graag gezien dat ze wat extra hulp krijgen.

Ik wist het al meteen bij de diagnose: hier kom ik niet meer doorheen, of er moet een wonder gebeuren. Het leven is eindig en je moet ergens aan sterven. Ik mag niet mopperen. Ik heb gezonde kinderen en gezonde kleinkinderen. Mijn jongste kleinzoon is 1 jaar. Die zegt straks: opa? Die heb ik nooit gekend. En zo gaat het. Het leven gaat door."

Tonny Janssen is de echtgenote van Gerard. Zij is 75 jaar.

"Dit is echt een prachtige plek"

"Thuis kon ik de zorg niet meer aan. Trap op, trap af, televisie aan, televisie uit. Water. Iets te eten. Als je 75 bent lukt dat allemaal niet meer. Ik was voortaan zo moe. Toen hebben we het over het hospice gehad. Hij vond het een heel goed idee. Eerst had ik het idee dat ik hem wegstuurde, de deur uitgooide. 'Het is toch geen pak suiker dat je zo de deur uitdoet', dacht ik bij mezelf. Maar zo zie ik het inmiddels niet meer. Het hospice is prachtig. Het is de allerbeste oplossing.

De verzorging is hier echt vijf sterren. Ze zijn zo lief, de mensen die hier werken. Het is een prachtige plek, het voelt alsof ik thuis ben.

De laatste weken dat Gerard thuis was, was hij een paar dagen heel boos als hij 's ochtends weer wakker werd, want hij wilde niet meer wakker worden. Ik heb ook dikwijls gebeden: alstublieft, kom hem vandaag halen. Het is een erg grote belasting, elke dag dat het langer duurt blijft het langer pijn doen. Ik wil iets voor hem doen, maar er is niets dat ik kan doen. Ik kom elke dag van half negen tot half zeven. Dan zit ik hier wat te puzzelen of te lezen. Thuis heb ik ook geen rust. Gelukkig weet ik dat hij in goede handen is."

"Hier is de verzorging er altijd"

"Doodgaan blijft een strijd"

Wilma ter Horst (48) werkt als verpleegkundige in het hospice. Het is duidelijk dat ze haar werk met aandacht en liefde verricht. "We werken hier hard. Maar tegelijkertijd is er ruimte om echt contact met mensen te maken. Dat maakt deze plek zo bijzonder."

"Een goede vriendin van mij is overleden aan borstkanker. Haar heb ik tot de laatste minuut bijgestaan. Vlak daarna kreeg mijn schoonmoeder darmkanker. Ook haar heb ik intensief geholpen. Ik vond het heel bijzonder hen te begeleiden in de laatste fase van het leven. Daarom heb ik een sollicitatiebrief geschreven naar het hospice. Ik werk hier nu bijna 3 jaar.

Dit werk is zo dankbaar. Als er een nieuwe gast wordt binnengebracht door de naasten zie je dat ze helemaal op zijn. Zij hebben vaak al een aantal maanden zorg verleend en dat vraagt heel veel van ze. Als de gast dan eenmaal bij ons is zie je de familie en vrienden ook steeds meer opklaren. Het comfort, de rust en de veiligheid die wij de gasten hier bieden heeft ook een geweldige uitwerking op hun naasten. Ze hoeven zich geen zorgen meer te maken, bij ons is alles aanwezig. We merken dat ze het erg fijn vinden dat er zoveel ruimte is. Ze kunnen hier de hele dag terecht en als ze willen kunnen ze helpen bij de verzorging.

Echt contact

Soms komt iemand heel angstig en gesloten bij ons binnen. Bang voor wat komen gaat. Als je dan kunt bereiken dat iemand na een tijdje ontspannen in bed ligt en alles durft te nemen zoals het komt, dan is dat heel speciaal. Wij proberen zoveel mogelijk te voldoen aan de wensen van de gast zodat afscheid nemen van het leven gebeurt op een manier die past bij dat leven. Hier is ook de tijd en ruimte om over dat afscheid te praten. Door mijn achtergrond in de psychiatrie heb ik geleerd te kijken naar de non-verbale communicatie. Mensen zeggen soms iets terwijl hun hele lichaam iets anders uitstraalt. Echt contact van mens tot mens, vanuit je hart, gebeurt vaak non-verbaal. Je ziet aan mensen wanneer ze behoefte hebben aan contact of wanneer ze juist alleen willen zijn.

Wat gasten hier het meeste aanspreekt is de rust, in combinatie met de mogelijkheden die er zijn. Eigenlijk kan hier alles. Als iemand 's nachts behoefte heeft aan een ijsje, dan halen wij een ijsje. Als er geen behoefte is om te eten dan hoeft dan niet, en je hoeft niet om 7 uur gewassen te zijn, het mag ook om 10 uur.

Mensen in mijn omgeving vragen mij vaak of het niet moeilijk is hier te werken. Voor mij is dit werk niet moeilijk. Het is iets dat heel goed bij mij past."

"Eigenlijk kan hier alles"

"Hier is de tijd en ruimte aanwezig om over dingen te praten"

Toen ik goed en wel met vroegpensioen was trof ik op een foto-expositie een oude bekende van mijn vroegere werk op school, die als verpleegkundige in het hospice werkt. 'Is dat niks voor jou Cees, vrijwilligerswerk in het hospice?'

Ik had niet meteen het gevoel dat het iets voor mij zou zijn en liet haar weten het eens rustig te laten bezinken. Na enkele weken besloot ik het te willen proberen. Nu werk ik hier alweer bijna 5 jaar.

Elke donderdagochtend ben ik hier en ik voel me steeds meer thuis. Als zorgvrijwilliger ondersteun ik op hun verzoek de verpleging. Ik help hen met de zwaardere taken, zoals een gast verleggen of vanuit het bed naar de stoel tillen. "Alles wat ik hier doe, probeer ik te doen met alerte aandacht".

Ik vind het heel belangrijk dat het laatste stukje leven van de mensen hier fijn is, daar hebben ze recht op. Ze zijn niet voor niets in een hospice, ze hebben het al moeilijk genoeg. Als ik het ontbijt klaarmaak bijvoorbeeld, denk ik goed na over hoe ik alles op het bord leg.

Besef

De mens is zo kwetsbaar in zijn laatste fase. De gasten hier beseffen heel goed: dit is mijn laatste stukje leven, ik moet afscheid gaan nemen. Soms willen ze nog mensen zien waar ze al heel lang geen contact meer mee hebben. Een familie- of vriendenruzie wordt dan in de laatste levensfase ineens uitgepraat. Want dan komt het besef: het is nu of nooit. Een enkele keer heb ik geholpen met die bemiddeling en ben ik familie van de gast gaan opzoeken om de situatie uit te leggen. Als ze elkaar dan weer treffen is dat prachtig. Het geeft mij heel veel vreugde als ik de gasten een gelukkig moment kan bezorgen. Dat kan eveneens door simpelweg een praatje te maken of samen een kruiswoordpuzzel op te lossen. En een wandeling met een gast in zijn rolstoel over Eikenburg kan soms leiden tot ontspannen gesprekken over gebeurtenissen uit hun vroegere leven.

Huiselijk

De sfeer tussen werknemers, vrijwilligers en gasten is erg speciaal. Mensen die hier werken doen dat echt vanuit hun hart, ze hebben alles voor de gasten over. We roeien met de riemen die we hebben, maar aan wilskracht is er geen gebrek. We proberen het de gasten zo comfortabel mogelijk te maken. Wat daar ook sterk aan bijdraagt is dat ze hun eigen kamer mogen inrichten, ze kunnen hun eigen spulletjes hier mee naartoe nemen. Voor veel gasten is het heel moeilijk de huiselijke situatie te verlaten om te gaan naar een plek waarvan je weet dat het je eindstation is. Dat ze hun kamer zelf mogen inrichten is ook daarom heel essentieel.

Door dit werk heb je een sterk besef van de eindigheid van alles. Daar moeten we ook niet dramatisch over doen, dat hoort bij het leven. Maar je beseft tegelijkertijd steeds sterker hoe kostbaar het leven is".

"Ze hebben het al moeilijk genoeg"

"Aan wilskracht is geen gebrek"

Ria van der Tak (69) heeft de mooiste kamer van het hospice. Een kamer met een tuintje, waar ze zodra het even kan te vinden is. "Eerst zat ik boven, maar daar kon ik niet naar buiten. Toen deze kamer vrij kwam heb ik meteen gevraagd of ik mocht verhuizen. Ik ben altijd al een buitenmens geweest." In haar tuintje werkt ze aan kruiswoordpuzzels en rijgt ze pinda's voor de vogels.

"De mensen hier zorgen zo goed voor me, dat heb ik nog nooit gehad. Je hoeft maar op de bel te drukken en ze staan voor je klaar. Van nature ben ik iemand die heel moeilijk om hulp vraagt. Ze zeggen hier zo vaak tegen mij: 'Ria, je moet op die bel drukken, daar zijn wij voor.' Ik ben hier nu 6 weken, maar ik heb er nog steeds moeite mee. Al leer ik het hier wel. Hulp vragen.

Gisteren ben ik in bad geweest. Dat bad hier is echt geweldig. Ik heb er ruim 45 minuten in gelegen, de kaarsjes aan, het gordijntje half dicht. Ik heb gevraagd of ze mijn eucalyptusolie in het water wilden doen, want dan krijg ik heel veel lucht. Dat is zo fijn, dan lig ik echt te genieten.

Ik heb longkanker met uitzaaiingen naar de lymfe. Anderhalf jaar geleden hebben ze ontdekt dat ik ziek ben. Er is niks meer aan te doen. Ik wilde geen chemokuur. Ik heb drie zussen verloren aan kanker en ik heb gezien wat chemo met je doet. In totaal heb ik 17 heftige bestralingen gehad. Daarna is het drie maanden stabiel geweest, maar het kwam terug in mijn nek.

Handjes

Eigenlijk zie ik hier pas écht hoe mooi de natuur is. Ik geniet hier van ieder moment en probeer zoveel mogelijk buiten te zijn. Mijn vriendin en ik hebben mijn buitenplaatsje 'vakantieoord het groene stekje' genoemd. De eekhoorntjes komen dagelijks op de doppinda's af die ik aan een touwtje rijg. In mijn ogen hebben eekhoorntjes handjes. De manier waarop ze zo'n nootje oppakken en er dan op knabbelen, geweldig om te zien. Je ziet ze gewoon genieten. En die duif daar, die komt ook iedere dag even langs. Helaas heb ik nu geen broodkruimels, anders had ik hem iets gegeven. Vanmiddag komt mijn dochter, die brengt brood voor me mee. Dat strooi ik dan hier naast mijn stoel, dat komen de vogels dan opeten.

De takken heb ik hier speciaal voor de eekhoorntjes neergezet. Ze lopen dan via de tak zo op de pinda's af. Ik kan hier uren kijken naar alles wat er gebeurt. Kijk, daarachter heb je een groep ganzen. Dat is vadergans met zeven kleintjes. Als ik straks brood heb, ga ik ook daar even heen. Dan loop ik tot aan het hek en komen ze vanzelf naar me toe. Ze weten dat ik eten heb.

Hier in het hospice ben ik minder bang. Ik was heel bang. Niet voor de dood, maar dat ik zou stikken. De kanker zit tegen mijn slokdarm aan. Maar de dokter heeft mij ervan verzekerd dat dat niet zal gebeuren. Ze zullen ervoor zorgen dat ik langzaam inslaap. Dat geeft mij rust."

<

"Ik geniet hier van ieder moment"

"Hier in het hospice ben ik minder bang"

"Het is heel bijzonder hoeveel aandacht het hospice geeft aan geestelijke verzorging. Ze doen dat vanuit religie maar ook vanuit hun visie op de zorg. Ze vinden de geestelijke verzorging net zo belangrijk als de lichamelijke verzorging, dat is mooi om te merken."

Als geestelijk verzorgers lopen wij een stukje met de gasten mee. We zijn er op de momenten dat ze ons nodig hebben. Om te praten over de mooie momenten van het leven, de angst voor de dood, of de angst dat hun leven niet is afgerond. Het belangrijkste daarbij is dat we mensen in hun waarde laten. Dit betekent ook dat je mensen verdriet laat hebben, dat ze niet direct getroost hoeven worden. Alles mag er zijn.

Vrijuit praten

We maken een praatje met iedere gast die binnenkomt in het hospice. Vaak vinden ze het fijn om over dit soort zaken te praten met iemand die niet zo dichtbij staat. Een familielid of goede vriend heeft vaak zelf een positie in het verhaal. Wij niet. Tegen ons kunnen ze vrijuit praten zonder te hoeven nadenken of ze ons kwetsen of verdriet doen. We hebben het over uiteenlopende zaken.

Het afscheid

Vaak verzorgen wij ook het afscheidsritueel. Bij het hospice mag de gast hier zelf invulling aan geven. Sommige gasten zijn gelovig en willen graag vanuit die traditie afscheid nemen. Anderen willen graag afscheid nemen via een ritueel met bijvoorbeeld muziek of andere symbolen. Alles kan hier eigenlijk. Dat is heel bijzonder.

Open

Bij dit werk is het belangrijk dat je mee durft te gaan op de stroom, dat je een open mens durft te zijn. Je moet durven loslaten en niet vast blijven zitten in patronen als: zo hoort het of zo moet het. Als je intuïtief en met humor durft te reageren dan ben je al heel ver. Natuurlijk moet je ook leren loslaten. Het blijft confronterend om zo geconcentreerd met afscheid bezig te zijn. Ook voor ons kan het morgen afgelopen zijn."

"We zijn er op de momenten dat ze ons nodig hebben"

"Het is belangrijk dat je een open mens durft te zijn"